Onder renterisicobeheer wordt verstaan de onzekerheid over de hoogte van toekomstige rente uitgaven en –inkomsten. Voor de beheersing van de renterisico’s gelden een aantal concrete richtlijnen.
- Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag waarvoor de gemeente maximaal kortlopende leningen mag afsluiten, leningen korter dan één jaar. Het maximum wordt volgens de Wet fido berekend op basis van een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2023 bedroeg het kasgeldlimiet € 12.278.000
(bedragen x € 1.000)
Kasgeldlimiet voor het begrotingsjaar 2023 | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
---|---|---|---|---|
Totaal netto vlottende schuld | -11.862 | 3.737 | -11.769 | -13.099 |
Toegestane kasgeldlimiet | 12.278 | 12.278 | 12.278 | 12.278 |
Ruimte (+)/ Overschrijding (-) | 24.140 | 8.544 | 24.047 | 25.377 |
Per kwartaal wordt gemeten of de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. De gemeente blijft in alle kwartalen van 2023 ruimschoots onder het toegestane kasgeldlimiet en voldoet daarmee aan de gestelde voorwaarden.
- Renterisiconorm
Om het risico van renteaanpassing en herfinanciering bij langlopende leningen te beperken is de renterisiconorm geïntroduceerd. Deze norm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal per 1 januari.
Het doel van de renterisiconorm is om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen dat het renterisico in voldoende mate wordt beperkt. Indien een leningenportefeuille gelijkmatig is opgebouwd, zal ook het renterisico over de vaste schuld gelijkmatig in de tijd verspreid zijn.
(bedragen x € 1.000)
Renterisiconorm en renterisico vaste schulden | Jaarrekening 2023 | |
---|---|---|
Begrotingstotaal | 144.449 | |
Vastgesteld percentage | 20% | |
Renterisiconorm | 28.890 | |
Maximaal risico op vaste schuld | 4.946 | |
Ruimte (+)/ Overschrijding (-) | 23.944 |
De gemeente is ruim onder drempel van de renterisiconorm gebleven.
Er hebben geen renteherzieningen op de portefeuille met langlopende leningen plaatsgevonden.
- Koersrisico
Vanwege het verplichte schatkistbankieren zijn er geen koersrisico’s in het kader van het treasurybeleid. Aandelen van nutsbedrijven zijn uit hoofde van de publieke taak aangetrokken en worden niet als risicovolle beleggingen beschouwd. Het betreft de aandelen in de NV BNG Bank, Vitens, Stedin, Alliander
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de instanties waarbij sprake is van een vorm van deelname in het kapitaal van de desbetreffende instelling.
(bedragen x € 1.000)
Omschrijving | Rating | Boekwaarde per 31-12-2023 | Netto opbrengst 2023 | ||
---|---|---|---|---|---|
BNG Bank | AAA | 137 | 150 | ||
Vitens | A+ | 5 | 0 | ||
Alliander N.V. | A+ | 2.662 | 118 | ||
Alliander N.V. converteerbare aandeelhouderslening | A+ | 1.023 | 21 | ||
Stedin Holding N.V. | A- | 1.155 | 51 | ||
Totaal | 4.982 | 340 |
Een rating is te beschouwen als een kwaliteitskeurmerk. Ratings worden uitgedrukt in een combinatie van letters en cijfers. Een Triple A-rating is de hoogst mogelijke rating. Hoe hoger de rating, hoe lager het kredietrisico voor een belegger en vice versa.
De deelnemingen zijn tegen verkrijgingsprijs verantwoord. Het tegen verkrijgingsprijs verantwoorden is in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Om qua treasury goed inzicht te geven in de waarde van de beleggingsportefeuille ligt het meer voor de hand om naast de boekwaarde ook de marktwaarde (=verkoopwaarde) te vermelden. Doordat het aandelen betreft van niet-beursgenoteerde ondernemingen die tevens beperkt verhandelbaar zijn, is dat niet mogelijk.
- Kredietrisico
Het uitzetten van middelen in het kader van treasury is alleen nog toegestaan binnen de kaders van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Hierdoor doen zich bij het uitzetten van middelen geen (nieuwe) kredietrisico’s voor. Bij het verstrekken van leningen, garanties of borgstellingen uit hoofde van de publieke taak worden, indien mogelijk, zekerheden of garanties geëist.
Bij kredietrisico’s kan een onderverdeling in de volgende categorieën worden gemaakt:
- Verstrekte geldleningen
In het verleden zijn leningen aan derden verstrekt. Het huidige beleid is om hier terughoudend mee om te gaan, vanwege het risico dat eraan verbonden is.
(bedragen x € 1.000)
Verstrekte geldleningen | Stand per 1-1-2023 | Aflossing 2023 | Verstrek-kingen 2023 | Stand per 31-12-2023 |
---|---|---|---|---|
Startersleningen | 2.170 | 376 | 803 | 2.597 |
Duurzaamheidslening | 1.747 | 96 | -962 | 689 |
Toekomstbestendig Wonen | 0 | 138 | 1.680 | 1.542 |
Stimuleringsreg. Maatschapplijk Vastgoed | 0 | 3 | 107 | 104 |
Verenigingen | 313 | 52 | 0 | 261 |
Hypoth. lening personeel | 536 | 72 | 0 | 464 |
Overige leningen | 1023 | 0 | 5.000 | 6.023 |
Totaal |
De starters- en duurzaamheidsleningen worden door de SVn uitgevoerd. Gezien de huidige situatie met de fors gestegen inflatie en de economische gevolgen hiervan die op dit moment vooral jongeren (starters) treft, is het mogelijk dat vorderingen als oninbaar moeten worden verklaard en daarmee is het risico voor de gemeente groter geworden.
Bij de opgave van de verstrekte duurzaamheidsleningen bleek de beginstand per 1-1-2023 niet correct, dit is in deze tabel middels een negatieve verstrekking gecorrigeerd.
Het risico dat de aflossingstermijnen van de leningen aan de verenigingen niet worden voldaan is klein. Ook in de periode dat Covid-19 een grote rol speelde in het verenigingsleven, zijn alle leningen conform schema afgelost.
De gemeente heeft in het verleden aan (oud) medewerkers een hypothecaire geldlening verstrekt. In 2021 heeft een aantal van hen, vanwege de gunstige rentetarieven, de lening vervroegd afgelost. Van de overgebleven leningen wordt het risico op niet terugbetalen als uiterst klein ingeschat.
- Garantstelling
In het verleden zijn garanties verstrekt aan met name woningbouwcorporaties of maatschappelijke organisaties. Ook hier voert de gemeente een terughoudend beleid. In onderstaand tabel wordt een overzicht gegeven van de gegarandeerde geldleningen, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen de garanties waarbij de gemeente als achtervang fungeert en de garanties waarbij de gemeente direct risicodrager is.
(bedragen x € 1.000) | ||||||
Gegarandeerde geldleningen | Oorspronkelijk bedrag | % garantstelling | Stand per | Opname | Aflossing 2023 | Stand per |
Particuliere woningbouw | 50-100% | 51.625 | 4.069 | 47.557 | ||
Woningbouwcorporaties | 101.955 | 50% | 59.743 | 3.418 | 63.162 | |
Gemeente als achtervang | 111.368 | 3.418 | 4.069 | 110.719 | ||
Stichting Avondlicht | 2.400 | 100% | 6 | 6 | 0 | |
Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland | 37.500 | 23,8% | 8.799 | 0 | 0 | 8.799 |
Sporthal De Wiel | 2.684 | 100% | 2.381 | 481 | 1.901 | |
Leningen personeel | 943 | 100% | 444 | 10 | 439 | |
VV Tricht | 100 | 50% | 46 | 3 | 43 | |
TV Rhelico | 100 | 50% | 47 | 4 | 43 | |
HCG | 125 | 50% | 27 | 3 | 24 | |
De Waalrackets | 63 | 50% | 0 | 32 | 32 | |
Gemeente als directe risicodrager | 11.750 | 32 | 507 | 11.281 | ||
Totaal gegarandeerde geldleningen | 123.118 | 3.450 | 4.576 | 122.000 |
Met betrekking tot de particulieren woningbouw staat de gemeente voor 100% garant voor hypotheken die zijn afgesloten vóór 1995. In 1995 is gestart met de Nationale Hypotheek Garantie. Dit betekende voor de gemeente dat zij niet alleen garant stond voor de aangegane particuliere hypotheken, maar dat zij dit doet samen met de Rijksoverheid: ieder voor 50%. In 2011 heeft het Rijk deze garantstelling voor de NHG geheel voor haar rekening genomen. Door aflossingen wordt het bedrag waar de gemeente garant voor staat kleiner. Daar staat tegenover dat vanwege de huidige economische situatie het niet denkbeeldig is dat er een groter beroep op de garantstelling wordt gedaan.
Ook voor leningen van de woningbouwcorporaties staat de gemeente - samen met het Rijk - als achtervang garant. Ondanks enkele faillissementen en ander financiële malversaties bij de woningbouwcorporaties is het tot op heden niet voorgekomen dat een beroep moest worden gedaan op deze achtervang constructie, waardoor het toekomstige risico dat de gemeente haar achtervang rol moet uitoefenen als gering wordt ingeschat.
Op basis van eerdere jaarrekeningen is een inschatting gemaakt van de kans dat de gemeente garant moet staan voor Sporthal De Wiel. Met behulp van financiële kengetallen is een risicobeoordeling gemaakt. Voor sporthal De Wiel geldt dat de het risico op een beroep op de garantstelling van de gemeente klein is.
Bij de andere geldnemer waar deze inschatting voor is gemaakt (Stichting Avondlicht) heeft in 2023 de lening in zijn geheel afgelost.
Voor de invoering van de Wet fido (2001) was het voor ambtenaren mogelijk goedkoop te lenen, waarbij de gemeente garant stond. Sindsdien is het niet meer mogelijk voor ambtenaren om langs deze weg een hypotheek af te sluiten. De gemeente dient in het verleden afgesloten hypotheken te respecteren en als garantsteller voor deze hypotheken te fungeren tot het moment van algehele aflossing. Het risico dat de gemeente aan wordt gesproken op haar rol als garantsteller wordt op dit moment als uiterst klein geschat.
- Interne liquiditeitsbeheer
Interne liquiditeitsrisico’s worden beperkt door de financieringsactiviteiten te baseren op een liquiditeitsprognose. Om een goed inzicht te krijgen welke geldlening afgesloten moet worden en hoeveel moet worden geleend en met welke looptijd is in 2023 een aanvang genomen met het opnieuw opzetten van een deugdelijke liquiditeitsprognose. Deze prognose zal in 2024 verder worden verfijnd teneinde de liquiditeitsbehoefte zo nauwkeurig mogelijk te voorspellen.