Belastingen en rechten
Lokale heffingen bestaan uit belastingen en rechten (retributies), die volgens de Gemeentewet worden aangemerkt als gemeentelijke belastingen.
Belastingen
Kenmerkend voor belastingen is dat er geen direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. Met andere woorden: de burger draagt bij aan de algemene middelen van de gemeente, waaruit een gedeelte van de uitgaven worden betaald.
Rechten
Kenmerkend voor rechten is dat er wel sprake is van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taak. Er is sprake van een specifieke dienst die door de gemeente wordt verleend. Het streven is 100 procent kostendekkendheid. Bij rechten mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten van de gemeente voor de uitoefeningen van de taak.
De gemeente West Betuwe streeft naar beperking van de toename van de lastendruk voor de burgers. De belastingtarieven zijn in 2023 trendmatig verhoogd met een inflatiepercentage van 8,7% procent.
Kwijtscheldingsbeleid
De mogelijkheid om kwijtschelding van lokale heffingen te verlenen, is in artikel 255 van de Gemeentewet geregeld. Hoofdregel is dat gemeenten het kwijtscheldingsbeleid van de rijksoverheid volgen, zoals dat in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 is geregeld. Een uitzondering is dat gemeenten bij de berekening in het kader van een kwijtscheldingsverzoek van 100 procent van de bijstandsnorm mogen uitgaan. Het Rijk hanteert 90 procent.
De gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) behandelt kwijtscheldingsverzoeken. Op grond van de belastingverordeningen wordt kwijtschelding verleend voor OZB en rioolheffing. Voor de OZB zal er in de meeste gevallen geen kwijtschelding worden verleend in verband met de aanwezigheid van een te grote overwaarde. Voor de overige belastingen en rechten wordt geen kwijtschelding verleend.